Jan den Besten

veelzijdig kunstenaar in beeld, muziek en technologie

Pizza Poëtica

Pizza Poëtica
cd pizza poetica
Categorie: muziekdivers

Gemodificeerde pizza doos met: bestek, bundel 'gekooideminuten', tape 'oornament' , boekje met columns, snijafval nr 3. 50 exemplaren 1999.

Tijdens de presentatie van deze 'pizza' hield Liesbeth Simpelaar hetvolgende verhaal.

HOE EET JE POëZIE?

Een pizza poëtica is de nieuwe uitgave van Burpproducties. Bij de vorige uitgave van zijn gedichten, 'bij elkaar geraapt', heeft Jan ons al geleerd dat een boek er niet echt uit hoeft te zien als een boek. Op die ingeslagen weg zien we hem nu verder gaan.
Jan is een dichter, dus moeten we er vanuit gaan dat alles een betekenis heeft, hoe cryptisch ook, en al snapt Jan zelf er misschien ook niets van. Dichters zijn voortdurend verbaasd over zichzelf. Ik voel me daarom geroepen, als redactrice, iets te zeggen over hoe we deze pizza kunnen consumeren.
Want, Jan doet net of je poëzie kunt lezen met mes en vork! Als het zo makkelijk was! Hebben jullie dat nou ook, dat je eigenlijk niks van gedichten snapt en dat niet durft te zeggen? Waar is in vredesnaam de mes en vork in je hoofd?

Een grote steun bood mij een artikel wat 22 oktober in het NRC stond. Nee, Jan heeft het bestek-idee niet van het NRC gepikt, het zat in de lucht en het is eerder andersom.
Gerrit Komrij doet in dit artikel een poging duidelijk te maken hoe je poëzie kunt lezen en waarderen. Hij schrijft: "Hoe meer gedichten je achter de kiezen hebt, hoe zekerder je wordt van je eigen kwaliteitsoordeel". Ik zal even laten zien hoe goed dat werkt, zowel voor het begrijpen als voor de waardering van Jan's werk. Na lezing van bv. "het uur U" van Martinus Nijhoff heb je zeker voldoende bagage voor Jan. In "het uur U" is de wandelaar door de straat de enige echt levende mens, de bewoners van de straat zelf zijn ingeslapen. De wandelaar laat ze zien wat ze hebben laten liggen in hun leven en dat ze in feite een doods, saai bestaan leiden. Hierna lees je gelijk de eerste column in het bijgevoegde 'ogen in broekzak, kop in 't zand':

"Ik wandel op mijn dooie gemakkie 's avonds door de stad. Nieuwsgierig kijk ik bij de huizen naar binnen.....Wat lijkt iedereen toch verschrikkelijk veel op elkaar."

Van hieruit durf ik de overstap te maken naar een gedicht uit de bundel, "boodschappenjongen":

om redenen
geboren na gebruik
kwam ik hier ter plekke

neus opgeheven
doel zonder richting
zodoende dwarrelend
voor-noch-achteruit

begrepen dagen
's ochtends na de krant
en voor de boodschappen.


Jullie zien, het is nu makkelijk op te pakken, het eten van poëzie is eigenlijk een fluitje van een cent.

Gerrit Komrij heeft ook een waarschuwing in dit artikel. Allereerst voor de dichter zelf. Gerrit vindt dat het niet te gezellig mag worden in de poëzie. Dichters zijn van alles geweest, medicijnmannen die genezing brachten, hogepriesters met magische krachten, politici die een régime ondersteunen. Gerrit is bang dat gedichtenmakers tegenwoordig onze grapjassen en amusementmakers worden. Hij moedigt dichters aan vooral weerbarstig te blijven. Een dichter moet als een valse waakhond zijn in de tuin des levens. Even evalueren dus. We hebben hier een dichter die pizzaman is. Wil hij ons soms amuseren? Misschien, maar hij zet ons toch voornamelijk op het verkeerde been, laat ons zitten met het probleem van het bestek in het hoofd. Daarnet bleek al dat Jan er in zijn gedichten op uit is ons bewust te maken van iets, misschien van ons eigen saaie bestaan. Weerbarstig genoeg dus, stempel erop, pizza poëtica goedgekeurd.

Nu de waarschuwing van Gerrit voor ons, lezers.
Poëzielezers kunnen in allerlei valkuilen lopen. Pas dus op voor de volgende steentjes in de pizza:

  • Vraag nooit aan een dichter wat hij met zijn gedicht bedoelt. De betekenis is toch nooit in woorden te vatten. De dichter heeft al zo zijn best gedaan.
  • Probeer geen wijze lessen uit een gedicht te halen. Dichters begrijpen vaak geen snars van de wereld (aldus Gerrit dus hè).
  • Trap er nooit in als je het woord 'ik' leest in een gedicht. De maker van een goed gedicht bedoelt er altijd een ander mee, ook als hij zichzelf bedoelt.
  • Denk nooit dat je een gedicht niet begrijpt. Je begrijpt altijd wat, al is het maar dat het een gedicht is.


Ik wens iedereen smakelijk eten

Liesbeth Simpelaar